Het was me een lekker begin van de vakantie: voor alle avonturen eerst even bijkomen in het Sabah hotel in Sandakan. Het begin van een week jungle en vooral veel wilde dieren.

Sandakan zelf is een echt vissersplaatsje met een indrukwekkend groot marktgebouw. Daar verhandelt de lokale bevolking onder andere vis, groente en fruit. We zijn er de enige toeristen. Mensen staren ons aan en kinderen roepen naar ons: ‘sir, miss, photo?’

Het is hier ook even wennen aan de drukkende hitte. Temperatuur schommelt tussen de 30 en 35, met een luchtvochtigheid van dik 80 procent. De warmte-index (gevoelstemperatuur) geeft 39 aan. Vanaf nu is het steeds goed insmeren met Deet om de muggen weg te houden. Elke dag hebben we wel een tropische regenbui. Als we geluk hebben stortregent het een kwartier tot een half uur. Maar soms gaat de hemelkraan zo ver open, dat wij eerder spreken van een wolkbreuk. Maar na dat half uur wordt het droog en brandt de zon weer.

Na twee dagen Sandakan begint het avontuur in Sepilok. Een lodge met huisjes middenin de jungle. Hier maken we kennis met de Orang Utans. In het rehabilitatie-centrum worden onder andere wees-apen geleerd te overleven in de jungle. Tijdens de voedertijden komen de grote dieren als uit het niets naar de voederplatforms. Welke apen komen is ook voor begeleiders de vraag, want op een gegeven moment kiezen de Orang Utans voor het wilde leven in het regenwoud. Boeiend om de dieren te zien slingeren. Vier keer sterker dan een mens.

De lodge is ronduit geweldig. In de houten huisjes word je wakker van de geluiden van allerlei vogels en apen. Tijdens een nachtsafari zien we slangen, prachtige grote vlinders en schorpioenen.