Onder de pannen
Bij het bouwen van een woning komt veel kijken. In de Goese wijk Ouverture wordt gewerkt aan het project Luminoso; twaalf vrijstaande energiezuinige huizen. Verslaggever en toekomstige bewoner Jeffrey Kutterink schrijft wekelijks over zijn ervaringen.
De hittegolf slaat de metselaars niet uit het veld. Integendeel. Ze fluiten zo mogelijk nog harder dan de merels in de tegenover gelegen boomgaard. Alleen al als ik ze in de volle zon zie zwoegen, loopt het zweet van mijn rug. Warm of niet, ze doen hun werk nauwkeurig en netjes. Kortom: de eerste stenen liggen er strak in. Eigenlijk verwachten we ook niet anders, toch mag het best eens worden gezegd. De metselaars hebben ons voor het eerst het gevoel gegeven dat het ook echt óns huis is. Want vaak moeten we dat onszelf inbeelden, als we weer eens naar de bouw staan te kijken. Dit is ons huis, zeggen we dan lachend tegen elkaar. Het voelt gewoon nog niet zo.
Met vlagen is dat gevoel er wel; als er enveloppen van het waterschap en de gemeente op de mat glijden met daarin rekeningen op het nieuwe adres. Hoe gek ook, maar dan moeten we even grinniken. Dus toch: het staat op onze naam. Zelfs het slaan van de eerste paal, hoe leuk het feestje ook was, de bouw van het casco, hebben allemaal iets afstandelijks. Je staat er bij en kijkt er naar. Maar dat gevoel is afgelopen week volkomen veranderd. ’Van welke krant ben je?’, roept er een als ik van achter het hek foto’s sta te schieten. Ik ontken en schreeuw dat ik eigenaar ben van het huis waar ze nu aan het metselen zijn. Een brul vanuit de woonkamer volgt: ’Hé, dus toch. Je bent de schrijver.’ Ik stap het erf op; ons erf, zeggen ze. De uitvoerder loopt met me rond. ’Heb je morgen tijd en zin om te metselen?’
Ik laat het me geen twee keer zeggen en een dag later staan we met zijn tweeën bij ons huis. Specie wordt aangemaakt, de techniek uitgelegd, het vakmanschap voorgedaan. Drie stenen leggen we, met behulp van troffel en metseldraad. Weliswaar secuur, maar in de tijd dat de metselaars het dubbele aantal stapelen. Om de stenen allemaal keurig recht te leggen, blijkt nog niet zo eenvoudig. De hoeveelste het werkelijk zijn kan de uitvoerder niet zeggen. Hij is – en het is hem niet kwalijk te nemen – de tel kwijt. 380.000 stenen stapelen ze in totaal tegen twaalf casco’s op elkaar; of waren het er nu 360.000? Maakt niet uit. Vanaf nu is het ons huis. Nu wel. Met dank aan de metselaars. Voor hen misschien een eenvoudig gebaar, voor ons een moment om in te lijsten. Het doet ons meer dan de bouw van het casco, het slaan van de eerste paal of het leggen van leidingen.
Vriendelijk slaat de uitvoerder een bedankje af. Een kratje bier wil hij niet, want ’zijn mannen’ moeten na het werk nog naar Tholen en België rijden. Verstandig. Bolussen misschien? ’Daar eten we er twee van op en rest kunnen we weggooien. Ik verzin nog wel wat.’ Een vriendelijk gebaar is vooralsnog genoeg. En vallen de stenen links in de voorgevel op rijtje 29 eruit, dan weten we hoe het komt.
0 reacties