De Jeep zoekt naarstig zijn weg door de dikke vulkanische as, eind vorig jaar uitgespuwd door Bromo. Na een hobbelrit van een half uur staan we bijna aan de voet van de nog steeds actieve vulkaan. Het kost dan nog een half uur wandelen om aan de rand van de krater te komen. Maar dan zeg je ook met recht: holy smoke.
Hij houdt zich koest, bromt niet, laat staan dat er iets van lava te zien is. Maar dat Bromo (2392m) allerminst slaapt, blijkt wel uit de rook en zwaveldampen die continu uit de krater stijgen. Soms kringelt een pluim de lucht in, soms lijkt het alsof het flink fikt. Maar het is niet alleen de rokende krater, het is de hele omgeving die doet verbazen. Een bijna surrealistisch maanlandschap, bedekt met een dikke laag vulkanische as waardoor gestolde lavarivieren kringelen. Ronduit machtig.
Eerder vanochtend hebben we op de top van de naastgelegen Gunung Penanjakan (2770m) de zon zien opkomen. Een toeristische trekpleister en we zijn dan ook niet de enige als we na een bak kopi (koffie) om een uur of half vijf in de ochtend een plekje zoeken. Dik ingepakt, want de temperatuur ligt tegen het vriespunt. Maar het wachten wordt beloond. Het is helder en her en der aan de horizon doemen vulkaantoppen op in de alsmaar roder kleurende lucht. Bromo ontwaakt.