Op de weg van Palmwag naar Opuwo rijdt de auto voor geen meter. Bij bepaalde snelheden begint hij enorm te zwabberen. Het wordt steeds erger. Met het zweet in mijn handen komen we aan in Opuwo. Daar eerst eens een plaatselijke garage opgezocht. Na een testrit is het de garageman duidelijk wat het probleem is. De camper gaat op de brug, de linker voorband gaat eraf. Na enig onderzoek kijkt hij bedenkelijk. Er zit speling op de stang die het stuur met de voorwielen verbind. Offroad rijden is niet meer veilig zegt hij en raadt het ons af. Repareren kan hij niet, want hij heeft de onderdelen niet. Een telefoontje naar de verhuurder leert ons dat we naar een Toyota-garage in Ondangwa moeten: 250 kilometer verderop. Een geluk bij een ongeluk: we blijven twee nachten in Opuwo, dus de tijd die we kwijt zijn schopt ons reisschema niet in de war. En de weg naar Ondangwa is asfalt. Toch is het 250 kilometer peentjes zweten. Het zwabberen wordt steeds erger. In het ergste geval kan het wiel dwars gaan, iets dat je niet wilt op hoge snelheid. We bereiken na een paar uur de garage. Na wat heen en weer gebel met de verhuurder wordt het euvel verholpen. De reparatie duurt twee uur. Verzekeringswerk, gelukkig. Het euvel komt hier veel voor: op de onverharde wegen stuiteren auto’s alle kanten op. Aan het eind van de middag kunnen we terug naar Opuwo. Avontuur, dat wel. Van de stad zien we niet veel. Helaas. We proberen zo meteen nog wat rond te kijken in het Himba-stadje. Het is er kleurrijk en zeer levendig. Helaas van die dag, maar we kunnen nu weer veilig verder. Dus nu eerst naar Upowo en daarna door naar Gelbingen: daar zullen we meer kennis maken met de Himba’s.