Wat heeft Maleisië toch veel verschillende gezichten. De Cameron Highlands worden gedomineerd door thee- en aardbeiplantages. De bergen in het gebied maken dat er fikse hoogteverschillen zijn. We verblijven nu in The Lake house; een hotel in Britse stijl. Een dikke aanrader om de Cameron highlands te verkennen.

We zijn vanuit Kuala Lumpur via de Batu Caves naar Cameron highlands gereden. Nog niet zo heel simpel. Het verkeer is er nogal complex, druk, brutaal en veel wegen zijn één-richtingsverkeer. Kortom: we hebben wat rondjes gereden… uiteindelijk kwamen we uit op een vuilnisbelt in een buitenwijk. We stonden op het punt om te keren toen bleek dat ander verkeer doorreed over de hobbelweg. Wij er achteraan en uiteindelijk kwamen we weer op de doorgaande weg uit.

De Batu Caves is een grot van pakweg 400 meter lang en 100 meter hoog en ligt een kilometer of twaalf buiten Kuala Lumpur. Om er te komen moet je eerst een trap op met 272 treden. Een hele klim, maar buitengewoon vermakelijk door de vele apen die er rondklauteren. In de grot is een Indische tempel die wordt gebuikt door Hindoes.

Na de Batu Caves zijn we het binnenland ingereden; een toch van een uur of vijf voordat we bij The Lake House waren. Een mooie rit door de bergen met tal van haarspeldbochten. Vandaag zijn we door de Camron Highlands gereden en hebben we thee- en aardbeiplantages bezocht… en uiteraard thee gedronken en aardbeien gegeten. Het weer in de Cameron highlands is weer heel anders: koeler en de regenbuien duren langer. Maar we hebben niets te klagen. Eigenlijk hebben we tot nog toe elke dag prachtig weer gehad.

Morgenochtend vertrekken we weer vroeg voor een rit van een uur of vier richting Kuala Tembeling. Daar pakken we de boot naar de Taman Negara: ‘s werelds oudste regenwoud. Daar trekken we opnieuw de jungle in.