Na een paar dagen begint er iets te komen van gewenning, maar wat is Indonesië een cultuurschok. Natuurlijk begint het met een reis van zestien uur, een overstap in Kuala Lumpur (welcome back), tijdsverschil van vijf uur en vochtige hitte. Al direct in Jakarta, een stad met zoveel inwoners als heel Nederland, wordt direct duidelijk dat er grote verschillen op Java zijn. Mooie landschappen, wisselen af met smoezelige straten en luxe Westerse kantoortorens met krottenwijken.
We verblijven in Bogor, een stadje met “slechts” 750.000 inwoners. Verschillende keren worden we gevraagd om met mensen op de foto te gaan. Toeristen komen er hier niet veel, dus veel inwoners zien voor het eerst in hun leven een westerling: een bezienswaardigheid, want ze kennen die slechts van tv. Echt een gekke gewaarwording. Zeker als niet alleen kinderen, maar ook volwassenen met je op de foto willen of je uitgebreid staan aan te staren. We worden na de kiek uitvoerig bedankt.
In Bogor bezoeken we de wereldberoemde botanische tuin en zien van afstand het presidentiële verblijf Buitenzorg. En niet te vergeten eten we voor het eerst ijs, gemaakt van de Darian (stinkvrucht). Inderdaad, niet ruiken, maar eten. Jammie. En wat te denken van Klappertaart? Een gebakje van kokos, waarin soms aardbeien, chocolade of rijst is verwerkt… Nu langzaam wennen aan de lokale keuken… Erg smakelijk, maar soms ook flink heet van smaak 🙂