Op de weg van de Fish river canyon naar Helmeringhausen begint opeens een lampje op het dashboard te branden: T-belt. Nu hoef je niet veel verstand van auto’s te hebben om dat te vertalen naar ‘transmission belt’ of in goed Nederlands ‘distributieriem’. De schrik slaat om het hart. Wat betekent dit? Geen idee. Ernstig? Geen idee. We rijden middenin de woestijn, geen mens in velden of wegen te bekennen. Mobieltjes hebben geen verbinding. Er zit maar een ding op: doorrijden naar het volgende stadje en we zien wel. Met de vrees dat er op elk moment een knal volgt en de motor in de soep draait, rijden we naar het eerst volgende dorp: Bethanie. Het blijkt nog groot voor Namibische begrippen. We tanken en vragen de pompbediende of er een garage is. En jawel, iets verderop. We rijden er voor de zekerheid alvast naar toe. De telefoons hebben hier weer verbinding, dus bellen we eerst naar de verhuurder in Windhoek. De receptioniste weet ook niet wat het lampje betekent en we spreken af dat we worden teruggebeld. Ondertussen wachten we af en maken een praatje met de garagehouder. Na een kwartier bellen we nog maar eens naar de verhuurder. De man die er verstand van heeft is net terug van de lunch en heeft een geruststellende mededeling: het is slechts een lampje dat aangeeft dat bij de volgende beurt de distributieriem moet worden vervangen. Doorrijden is geen probleem. Ook de paar duizend kilometer die we nog moeten afleggen is geen punt. Pffff, gelukkig, we kunnen door. En we doen net of we dat lampje niet meer zien.