In Swakopmund logeren we weer eens in een bed and breakfast (Orange House). Twee nachten. Een aardig stadje, al hebben we er niet zo heel veel bekeken. Het weer is zo lekker dat we hier maar eens een middag op het strand zijn neergeploft. In een grote plaats als deze is het verschil tussen arm en rijk weer duidelijk zichtbaar. Opvallend is dat veel winkels zijn beveiligd met een toegangshekje. Dat wordt open gedaan als je serieus interesse hebt om binnen te komen. Al blijft onduidelijk hoe dat wordt bepaald.
We winkelen wat, eten heerlijke vis bij restaurant The Tug (aanrader) en nemen kaffee mit kuchen bij cafe Anton. Op 21 augustus maken we een omweg naar Cape cross. Hier ligt een zeehonden kolonie. Nooit gedacht dat die zo groot zou zijn. Duizenden zeehonden liggen daar op honderden meters strand. Een hoop kabaal. En sommige bezoekers kunnen niet zo tegen de lucht. Maar ach, dit is weer zoiets indrukwekkends. Niks geen dierentuin. Gewoon vrij. Je ziet ze spelen, zwemmen, stoeien en je ziet het zogen van de baby’s. Het is dat we op een gegeven moment door moeten. Want hier kun je uren naar kijken.